Ras of sterren?
Doel en kenmerken van het ras
Waarom is een bepaald ras gekweekt, welk doel moest het dienen? En welke eigenschappen horen bij het ras? De kenmerken die ik hierna noem krijg je met wat foto's op je scherm wanneer je het ras in kwestie googlet. De informatie is simplistisch, maar voorlopig voldoende om mee te werken.
Duitse herder: Gekweekt om schapen te hoeden, moet de kudde bij elkaar houden en de schapen beschermen tegen roofdieren e.d. Dit alles in samenwerking met de (menselijke) herder.
Kenmerken: waakzaam, alert, nieuwsgierig, gehoorzaam, loyaal, zelfverzekerd, dapper, intelligent.
Friese Stabij: Jachthond, speciaal gekweekt om zelfstandig te werken, het erf te bewaken en vrij te houden van klein wild. Is een uitstekende mollenvanger.
Kenmerken: eigenzinnig, onderzoekend, toegewijd, gehoorzaam, vriendelijk, vredig, geduldig, trainbaar.
Terriër, Jack Russell: Terriërs worden vooral gefokt om klein roofwild te vangen. Ze jagen ze op tot in hun hol, houden ze daar vast en blaffen dan keihard om de baas. Eventueel gaan ze ook zelf het gevecht aan.
Kenmerken van de terriër en met name de Jack Russell: vocaal, atletisch, energiek, eigenwijs, onbevreesd, intelligent.
Eigenschappen
Empathie
Bacchus en Raia waren empathische honden, Tycho niet. Of dat bij zijn Ram-zijn hoorde of dat het kwam doordat de epilepsie veel van zijn hersencapaciteit in beslag nam, weet ik niet. Het is niet onmogelijk dat bepaalde karakteristieken met het 'ras' van de hond samenhangen. Maar toch...
Kijken we naar de kenmerken, dan komt het woord empathie niet voor. Je zou in 'loyaal' (herder) en 'toegewijd' (stabij) misschien iets van invoelingsvermogen kunnen zien, maar ik vind het ver gezocht. Bij de eigenschappen van de Jack Russell (en de terriër in het algemeen) vind je niets terug dat ook maar in de verte te maken heeft met empathie.
De dierenriemtekens bieden wel uitkomst, ongenuanceerd gezegd: Stieren en Schorpioenen hebben invoelingsvermogen, een Ram heeft dat niet.
Intelligentie
De leergierigheid van
Bacchus is typisch herder, een hond die gefokt is op het vermogen samen te werken met een mens, maar misschien heeft zijn Stier-zijn die coöperatieve instelling wel sterker gemaakt. Hij kende heel veel woorden, en was altijd in om er nieuwe bij te leren. Hij kon bijvoorbeeld zijn kam halen als ik dat vroeg, en kwam dan echt niet met de borstel. Hij was nogal een blaffer dus dat moest ik hem toch wel afleren. Hoe dit aan te pakken? Geen idee!
"Bacchus, luister!" zei ik tegen hem, "NIET blaffen. Hoor je het goed? NIET blaffen", en ik liet hem de tuin in. Normaal rende hij luid blaffend naar buiten, maar die keer niet. En sindsdien was het zeggen van NIET blaffen voldoende om hem stil te houden.
Ik heb zijn soort intelligentie altijd als leervermogen en als emotionele intelligentie gezien. Vooral dat laatste past bij de Stier. Zijn woordenkennis hangt samen met Mercurius in Tweelingen, en met de vier of vijf planeten (waaronder waarschijnlijk de Maan) in luchttekens.
Raia was intelligent (zie het geval van het konijn), maar liet zich niets leren. Ze had snel door wat er van haar verwacht werd. Ik zei "nee" voor alles wat ze niet mocht, zoals tegen mensen opspringen, bedelen, blaffen e.d. Verder kwam ze als ik "komen" riep, liet ze iets los als ik "los" zei en ging ze op haar kussen liggen op het commando "in de mand". Ze had zelfbewustzijn in de letterlijke zin van het woord, want ze herkende zichzelf in haar spiegelbeeld. Van de twee andere honden had ik ook de indruk dat ze zichzelf herkenden toen ze wat ouder waren, maar van Raia weet ik het zeker.
Bij de stabij wordt intelligentie niet als kenmerk vermeld, maar trainbaarheid wel.
Hier biedt het dierenriemteken Schorpioen een verklaring voor hoe ze was: slim, maar niet bereid om iets van een ander (c.q. mens) aan te nemen. Vooral op grond van dat laatste denk ik dat ze de Maan in Ram heeft en heb ik haar exacte geboortedatum op 7 november gesteld. Het zou ook nog 6 (laat) kunnen zijn of 8 (vroeg).
Tycho was niet geïnteresseerd in leren. Net als Raia had hij snel door wat er van hem verwacht werd en als er geen aanval aan zat te komen gedroeg hij zich naar wens. Voor het overige was het gewoon een leuke, vrolijke hond. Dom was hij niet, maar hij wilde gewoon voort met het leven, misschien ook wel doordat die epilepsie hem belemmerde in wat hij kon en hij dus zoveel mogelijk van zijn leven wilde maken. Een hondenfluisteraar vertelde me ooit dat hij bang was voor de dode plek in zijn hoofd. Het dierenriemteken Ram en het ras terriër komen aardig met elkaar overeen; hier zijn astrologische en raciale kenmerken niet goed van elkaar te onderscheiden.
Gedrag
Bacchus hield van alles wat groeit en bloeit, en zou nooit ook maar één bloem in een perk vertrappen. Hij snoof eraan en liep er voorzichtig omheen of tussendoor. Toen hij afscheid aan het nemen was van het leven, nestelde hij zich tussen de bloemen in onze tuin. Hij hield letterlijk van de aarde.
Verder was hij conservatief. De eerste keer dat ik met hem in het Scheveningse Bos ging wandelen, was hij van streek: dit was niet volgens de regels, want wandelen deed je langs de zee. (Uiteindelijk werd hij dol op het bos.) En ook het geval van de aangelijnde kat vind ik meer Stier dan herder.
Maar hij was ook een echte herder: als Bert en ik samen met hem gingen wandelen, liepen we lang niet altijd vlak bij elkaar. Bacchus rende zich dan een ongeluk om ons te bewaken en weer samen te brengen.
Raia: haar geweldige jachtinstinct is typisch stabij. Ze was een uitstekende mollenvanger, maar ook succesvol in het vangen van vogels, hazen en konijnen. In Lochem woonden diverse stabijen, echte rashonden met een stamboom en moeilijke namen. Ik kwam ze regelmatig tegen in het bos en op de enk, evenals enkele Drentse patrijshonden en heidewachtels, honden die qua ras veel met de stabij gemeen hebben en die ik in de loop van de jaren goed heb leren kennen.
Maar al die honden waren heel anders dan Ra. Het waren allemansvrienden, echt van die lieve aanhankelijke honden, en dat was Ra helemaal niet. Voor mij was ze lief, en ook voor Bert, die ze tolereerde en van wie ze veel pikte omdat ze voelde dat hij niet meer toerekeningsvatbaar was. Maar verder was ze niet geïnteresseerd in mensen en van andere honden had ze ook gauw genoeg. Vaak wandelden we met een aantal bazen en een hele club honden, die allemaal met elkaar speelden. Maar na heel even meedoen in het begin, koos Ra haar eigen pad.
Dit kan natuurlijk voortkomen uit de zelfstandigheid van de stabij, maar waarom waren die andere stabijen dan niet zo? Ik denk dat hier het dierenriemteken een rol speelt.
Tycho was ook eenzelvig tegenover andere honden, maar als er een grote macho-hond dreigend op hem af kwam, bleef hij staan, maakte zich groot en blafte de aanvaller zo keihard aan, dat die zich gewoonlijk een ongeluk schrok en de benen nam. Soms had ik het idee dat hij een man in huis miste, want als we wandelden, ging hij graag op mannen af en liet hij zich uitvoerig aaien. Bij vrouwen deed hij dat niet, behalve uiteraard bij mij, maar wel alleen binnen als niemand het zag... Een eigenzinnig machootje, is dat terriër of Ram? Ik denk het laatste, want lang niet alle terriërs die ik heb gekend waren zo uitgesproken macho.
Raia groef enorme gaten in de tuin, Tycho heb ik nooit op graven betrapt, en wat de jacht betreft: hij rende weleens achter een eend of een konijn aan, maar had er snel genoeg van.
Eigenschappen uit lijstje raskenmerken
Bacchus: van de raskenmerken die bij de Duitse herder worden genoemd staan er twee die niet voor hem op gingen. Hij was niet moedig en ook niet zelfverzekerd. Hij was niet een hond die je zou verdedigen als je werd aangevallen, want hij was niet agressief tegen mensen. Alleen met reuen en katten vocht hij als het zo uitkwam. Wat reuen betreft: eenmaal volwassen, nam hij persoonlijk wraak op die honden die hem hadden aangevallen toen hij nog klein was. Dit vind ik wel des Stiers. Later pakte hij - als hij de kans kreeg - honden die hij brutaal vond, wat volgens mij meer past bij een herdershond. Ik heb altijd het gevoel gehad dat hij onzeker was van zijn eigen kracht.
Raia: ze was inderdaad vriendelijk en geduldig, maar dat was vooral uit gebrek aan interesse. Ik was nummer 1 in haar leven, Bert nummer 2, en de rest van de mensheid interesseerde haar hoegenaamd niet. Gehoorzaam was ze niet. Ze deed meestal wat ik vroeg, maar soms keek ze je aan met een blik van: je bent niet goed wijs, maar vooruit dan maar. Intelligentie komt niet voor in haar lijstje van kenmerken, maar die eigenschap had ze nu juist in hoge mate.
Tycho: alle genoemde raskenmerken waren ook eigenschappen van Tycho. Zijn intelligentie was goed, maar wel duidelijk minder dan die van de twee andere honden. Ik denk dat de epilepsie daar de oorzaak van was: de ziekte liet hem volgens mij niet voldoende ruimte in zijn hersens. Ook als er geen aanval aan zat te komen, kon hij soms verstrooid, bijna wezenloos naar je kijken.
Conclusie?
Op basis van wat ik hiervoor heb beschreven vallen geen harde conclusies te trekken. Voordat ik dit allemaal echt opschreef, had ik het gevoel dat de eigenschappen van het zonneteken er echt uitsprongen bij alle drie de honden en ik voel dat nog steeds zo. Maar het blijkt moeilijk om het echt hard te maken. Dat betekent dat ik in een later stadium de horoscopen van de drie nog eens echt ga analyseren, maar niet in het kader van dit verkennende verhaal. De volgende aflevering bevat wel de drie horoscopen met wat commentaar.
Naar de andere afleveringen van deze serie
1: Introductie
2: Drie honden, drie portretten
4: Drie honden, drie horoscopen
5: Raffie de Basenji en zijn nest
(Deze serie is oorspronkelijk gepubliceerd in het najaar van 2016. Laatste bewerking: 17.02.2022.)