Bij les 1 van de Basiscursus op AstroCursus horen drie opdrachten. Twee ervan zijn oefeningen. Opdracht 3 bestaat uit een aantal vragen die ik hier kort bespreek.
Voor zijn onderzoek naar astrologen heeft Robert Nanninga zeven horoscopen in de aanbieding van mensen die allemaal rond 1958 zijn geboren.
1 Het idee daarachter is (kort door de bocht geformuleerd), dat het daardoor minder makkelijk is te raden wie wie is op grond van leeftijd. Iemand van 60 heeft nu eenmaal veel meer ervaring dan iemand van 30.
2 De geteste astrologen vonden achteraf dat de horoscopen daardoor te veel op elkaar leken. En inderdaad, de planeten Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto staan allemaal in hetzelfde teken, en hoogstwaarschijnlijk Jupiter ook. Maar in feite is dit bezwaar onterecht. In welk teken U, N of P staan heeft nauwelijks invloed in een persoonlijke horoscoop. En ook voor J en S, die resp. 1 en ca. 2,5 jaar in een teken doorbrengen, is die invloed maar heel miniem. De datum en het tijdstip van de geboorte zorgen voor meer dan voldoende variatie. In de basiscursus wordt aan dit zeer belangrijke onderwerp veel aandacht besteed.
3 Astrologie is nog altijd veel meer een "art" dan een "science". Uitspraken van astrologen zijn gebaseerd op vaak eeuwenoude kennis, en iedere astroloog heeft zijn eigen methoden om met die kennis om te gaan. Vergelijk het met leraren Nederlands die een opstel moeten beoordelen. Dat is onderzocht. Tien leraren kregen elk 10 opstellen. De cijfers die gegeven werden voor één en hetzelfde opstel varieerden van 3-8. Zet diezelfde leraren bij elkaar in een groep, en men komt snel tot overeenstemming over de becijfering. Kennelijk is het moeilijk harde criteria voor opstellen te hanteren, al vindt elke leraar Nederlands dat hij dat uitstekend aanpakt. Vandaar dat uiteindelijk het fenomeen "opstel" is vervangen door makkelijker toetsbare schrijfopdrachten.
De situatie in de astrologie is vergelijkbaar. Iedere astroloog heeft zijn eigen aanpak bij het interpreteren van een horoscoop. Ik vind het altijd weer erg interessant om te zien dat iedere aanpak tot andere, maar wel treffende resultaten leidt. Zet een club astrologen bij elkaar met een serie horoscopen, en ze hebben geen enkele moeite om tot een interpretatie te komen waar ze zich allemaal in kunnen vinden.
4 Het is natuurlijk altijd verhelderend om de proefpersonen aanvullende vragen te kunnen stellen. Toch zou dit voor een onderzoek als dit niet nodig moeten zijn.
woensdag 9 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten